Loopeenden houden (voor de leuk en tégen slakken)

Dit zijn onze Indische loopeenden Bobi, Ube, Eddie en Bliksem. Leuke, gekke beestjes zijn het, met een gebruiksaanwijzing.

Soms rennen ze zenuwachtig heen en weer en lijken dan niet te begrijpen dat ik goed volk ben, enthousiast schuddend met m’n voerbakje. Op andere momenten kunnen ze me recht aankijken, koppies schuin, en kwaken ze ‘hallo’ en ‘wij lusten nu wel wat alstublieft ’. En daarna knallen ze met z’n allen pontificaal de waterbak in.

Allemaal tegelijk, past niet, twee er weer uit, een er weer in, allemaal erin, twee er weer uit. Stoelendans. En daarna in een treintje naar een uithoek van de tuin.

Als ik ze zie gaan, zo achter elkaar aan met dat typische loopeenden waggeltje, verschijnt er iedere keer weer een enorme glimlach op m’n gezicht. Ze zijn zo leuk.

Loopeenden houden is enorm leuk

maar niet altijd makkelijk. Ik vind het houden van loopeenden leuker dan ik had gedacht en ook ingewikkelder en zwaarder dan ik had gedacht. Een kat kan nog wel eens een nachten alleen, maar de loopeenden niet. Ze moeten in het nachthok voor het donker is en s’ochtends moeten ze er natuurlijk ook weer uit.

Als we naar familie gaan hebben de mannen een oppas nodig. Enorme mazzel hebben wij met onze buurjongen die altijd paraat staat. Maar er moet wel altijd iets geregeld worden, het kan niet niet.

Eend vs. slak

We hebben onze loopeenden ze niet alleen voor de leuk, de slakkenplaag van vorig jaar was geen grap. En dit jaar ligt een slijmerig seizoen ook weer op de loer. We willen beslist geen gif en andere chemische middelen gebruiken, dus loopeenden zijn dan een goede oplossing.

Onze mannen zijn nu al druk bezig en scharrelen overal slakkeneitjes op. Maar ik maak me geen illusies; 4 eenden tegenover zelfs een kwart van de slakken van vorig jaar maken geen schijn van kans. Toch helpt het allicht.

Het houden en verzorgen van Indische loopeenden

Ik krijg af en toe vragen over onze eendjes en het houden ervan. Het zijn Indische loopeenden, 4 mannen, die maken minder lawaai en ze leggen (verrassing) geen eieren. Ze kunnen prima met elkaar, zolang er geen vrouwtjes in de mix komen. Ze slapen s’nachts in een hok vanwege roofdieren. Overdag scharrelen ze rond, ze krijgen ook voer.

Ze hebben zeker water nodig, ook al staat op sommige websites van niet. Zwemmen vinden ze fantastisch. Vliegen kunnen ze ook. Niet ver, maar zeker een paar meter.

Dit was mijn spreekbeurt over loopeenden, bedankt.