Opgebrand

Opgebrand

19/04/2020 12 Door Vera Wong

Zestien

Ik zat in 4 VWO en werkte me het schompes in de snackbar die grillburgers en speciaaltjes verkocht. Dagen van 12 uur, soms langer. ‘s Zomers was het 40 graden tussen de snackmuur en de frituurovens. Nachtdiensten waren in het weekend pas af om 5:30 uur. We draaiden 10 dagen kermis. Tijdens het jaarlijkse dikbillen-kijken-en-zuipen festijn werkten we de klok rond. Zwaar dat het was. Ik vond het fantastisch.

Twintig

Ik studeerde aan de universiteit en werkte vijf ochtenden bij de supermarkt op de Paardenmarkt in Alkmaar. Opstaan om 6:00 uur, vaak terwijl ik de avond ervoor nog tot 01:00 uur in de boeken gezeten had. De kassa opstarten om 7:00 uur, werken tot de lunch en daarna snel door naar de Amsterdam. Mijn studie Nederlands nam minstens 40 uur per week in beslag. In het weekend gingen we uit. Feesten tot diep in de nacht in de 80. En dan s’ochtend met de eerste trein weer naar huis. En dan op maandagochtend afgepeigerd aan een nieuwe week beginnen. Ik vond het fantastisch.

Vierentwintig

Ik werkte als eventmanager en managementassistent in Amsterdam oost. Twee banen in één werkweek. Ik maakte draaiboeken van 10 pagina’s en organiseerde goed bezochte congressen. Ik had inmiddels een hypotheek, ging wekelijks uit eten en kon dure spijkerbroeken kopen. Ik vond het fantastisch. Een tijdje dan.

Achtentwintig

Burn-out. Zag ik niet aankomen.

In de weken (maanden) voorafgaand aan het moment had ik het zwaar op mijn werk. Mensen stuurden domme e-mails, het was zo druk, en ik kon niets overdragen aan iemand omdat uitleggen me meer tijd zou kosten dan het even zelf doen. Althans, dat dacht ik. Ik was constant geïrriteerd, sliep slecht. Ik dacht dat het nog nooit zo druk geweest was. Er zat niets anders op, ik zou gewoon vol moeten houden tot aan mijn vakantie. Een solo reis van een maand naar Indonesië, dat leek me wel een goed idee. Ik had de ticket al geboekt, nu alleen nog een paar weken doorwerken en dan zou alles beter zijn.

Opgebrand

Mijn burn out voelde als het beklimmen van mount everest.
Foto: howling red

Die ochtend stapte ik de auto in en reed naar het station. Ik had niet zoveel zin om te werken, maar alles was oké. In de trein begon mijn hart sneller te kloppen. Ik had het bloedheet en kreeg het benauwd. In de metro begonnen mijn handen te trillen en begon ik steeds sneller te ademen. Eenmaal op straat moest ik op een muurtje gaan zitten, happend naar adem. Ik snapte nog niet wat er aan de hand was maar dat het foute boel was, dat was duidelijk. De driehonderd meter naar kantoor voelden als de laatste driehonderd meter tot de top van Mount Everest. Eenmaal binnen in het kantoor van mijn directeuren viel ik in stukjes uit elkaar. Het ging niet meer. Ik was klaar.

Geen weg terug

Wat volgde was een lange periode van beter worden. Heel. Rustig. Aan. Mijn werkgevers waren vol begrip en legden geen druk op me. Dat deed ik zelf al genoeg. Hypnotherapie sessies, gesprekken met een psychologe die gespecialiseerd was op het gebied van burn out, en een hoop lange wandelingen in de natuur met mijn vriend hielpen me er bovenop. Ik leerde een hoop over mezelf, over stress en wat stress doet in je lichaam en in je hoofd.

Wist jij bijvoorbeeld dat ‘gestresst zijn’ niet bij werken hoort? En dat ‘ontspannen’ niet hetzelfde is als slapen of een film kijken? En dat je hersenen blijvende schade op kunnen lopen van langdurige stress? Jij weet dit misschien gewoon al, maar ik wist het niet.

Achteraf gezien was het goed, noodzakelijk, dat ik dit meemaakte. Als ik niet ziek was geworden had mijn leven er nu misschien nog hetzelfde uitgezien. Een goede baan, een hoge hypotheek, verre vakanties, een dure auto, een groot huis vol spullen, en dan fulltime blijven werken tot aan mijn pensioen (?).

Een andere manier

Ik plaats daarvan ben ik bewust na gaan denken over wat voor mij echt belangrijk is. En ging ik het op een andere manier proberen.

Ik kwam er achter dat ik helemaal niet fulltime wil werken, maar juist meer tijd wil besteden aan mezelf en mijn gezondheid (en inmiddels ook aan ons gezin). Ik wilde eigenlijk liever in de natuur wonen dan in de stad. Daar voel ik me blij en kom ik tot rust. Ik wilde werk doen dat me blij maakt en waar ik energie van krijg. En tijd hebben om te lummelen in een hangmat, en om honderd hobby’s hebben. En zelf groenten verbouwen en fysiek werk doen naast het werken op een laptop. En dat alles dan het liefst zo vrij mogelijk, dus ook schuldenvrij.

Nieuwetijdswonen

En zo kwam ik uit op Nieuwetijdswonen. Ik schreef daar al uitgebreid over in m’n eerste blogpost (hier). Ik omschreef het concept ‘Nieuwetijdswonen’ toen als volgt (en vind het nog steeds best wel spot on):

Nieuwetijdswonen

Ik wil buiten wonen, met bomen en gras me heen. En vrij zijn. Ook schuldenvrij. Werken doen ik graag, maar fulltime werken voor een dure hypotheek is geen optie. Ik wil graag nú tijd kunnen besteden aan mijn gezin, hobby’s, vrienden en familie. En aan mezelf. Niet pas na mijn pensioen.

Ik ben bezig met mijn gezondheid en met die van de planeet. Geld en spullen vind ik steeds minder belangrijk. Duurzaamheid en een kleine ecologische voetafdruk steeds belangrijker.

Ik wil het liefste in een kleine gemeenschap samen wonen. Meer dan ooit hecht ik waarde aan mijn privacy, maar zie ik tegelijkertijd zoveel meerwaarde in samen.

Ik wil ons eigen voedsel verbouwen. Biologisch en circulair. En ik wil me verbinden. Met mezelf en met anderen.

Tweeëndertig

Boerderijtje in een zee van bloemen tegen een blauwe lucht
Foto: David Holifield

En nu, vier jaar later, ziet mijn leven er heel anders uit. Ik ben een reizende (maar nu dan even niet) virtual assistant en zelfstandige tekstschrijver. Ik mag de leukste opdrachten uitvoeren en werk op mijn eigen momenten. Ik probeer niet meer dan 25 uur per week te werken, en genoeg tijd over te hebben om met Mickey te spelen en met mijn man te dromen over onze toekomst. Ik heb tijd om te lummelen in de zon, met ouders en vriendinnen af te spreken (lees: videobellen), uitgebreid nieuwe recepten uitproberen, eindeloos inspiratie op te doen op Pinterest en blogposts als deze te kunnen schrijven. Binnenkort hopen we een oud boerderijtje met een enorme tuin te kopen, om daar ons eigen eten te verbouwen en een hangmat op te hangen. Ik vind het weer fantastisch.

Dit ben ik, Vera. Ik schrijf blogs op Nieuwetijdswonen en ben heel blij dat ik dat kan doen!